Landelijke campagne tegen huiselijk geweld in coronacrisis
Er is een nieuwe campagne tegen huiselijk geweld gestart door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Onder het bekende motto ‘Het houdt niet op, totdat je iets doet’ helpt deze campagne slachtoffers en omstanders in actie te komen bij huiselijk geweld.
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, worden noodzakelijkerwijs ingrijpende maatregelen genomen. Mensen werken en leven daardoor meer thuis, hebben minder sociale contacten, minder afleiding en kunnen onzekerheid hebben over hun inkomen. Dat kan betekenen dat de spanningen thuis oplopen, wat de kans op fysiek, psychisch of seksueel geweld vergroot.
Nu mensen elkaar minder treffen op verjaardagsfeestjes, school of de sportclub, blijft huiselijk geweld vaker verborgen. In deze uitzonderlijke tijd is het daarom extra van belang dat mensen iets doen. Een kleine stap kan al een groot verschil maken. Zowel voor mensen die zelf te maken hebben met huiselijk geweld als voor mensen in hun omgeving.
Het houdt niet op, totdat je iets doet
De nieuwe landelijke campagne richt zich op de eerste belangrijke stap die mensen kunnen maken: praat erover of vraag advies. Voor de campagne worden TV- en radiospots ingezet, online advertising en is een campagnewebsite ingericht. Op de website Ikdoeietstegenhuiselijkgeweld.nl kunnen mensen concrete tips en adviezen vinden over wat zij kunnen doen bij kindermishandeling, partnermishandeling en ouderenmishandeling.
Mensen kunnen net als anders 24/7 (anoniem) bellen met Veilig Thuis via 0800-2000. De campagnewebsite geeft daarnaast informatie over andere hulplijnen waar mensen gebruik van kunnen maken.
Toolkit
Voor regio’s en gemeenten is een campagne-toolkit ontwikkeld waarvan de rechten tot 24 juni 2020 zijn afgekocht.
Naar de Campagne-toolkit (Rijksoverheid)
Het Nederlands Jeugdinstituut zorgt voor heldere, betrouwbare en eenduidige informatievoorziening over het omgaan met de gevolgen van het coronavirus. Het instituut werkt hiervoor nauw samen met zoveel mogelijk organisaties uit de jeugdsector.