Nieuwe informatietool voor slachtoffers van seksueel geweld
Slachtoffers van seksueel geweld weten vaak niet de juiste informatie te vinden over beschikbare hulp. Het Centrum Seksueel Geweld ontwikkelde daarom een speciale informatietool. Deze tool is een handvat voor slachtoffers om de hulp te vinden die het beste past bij hun situatie, wensen en mogelijkheden. De tool is zowel voor volwassenen als minderjarigen.
"Veel kinderen, jongeren en volwassenen die seksueel geweld hebben meegemaakt praten er liever niet over. Het moment dat zij dat wel gaan doen en hulp gaan zoeken is een gouden kans: dan kunnen zij geholpen worden met de verwerking van het trauma. Maar het vinden van de juiste informatie is lastig. We merken dat veel slachtoffers hiermee worstelen: Waar kan ik terecht? Wie kan mij helpen met specifieke problemen? Wat kan ik zelf doen in mijn herstel? En waar heb ik recht op? Met onze nieuwe tool geven we antwoord op deze vragen. Daarnaast geven we veel lees- en kijk- en doetips."
De informatietool van het Centrum Seksueel Geweld is ontwikkeld met steun van het overheidsprogramma Geweld hoort nergens thuis. ‘Hier zijn we heel blij mee’, zegt Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. ‘Zonder deze steun was dit niet gelukt. Het is fijn dat er binnen dit programma ook expliciet aandacht is voor seksueel geweld. Seksueel misbruik heeft op verschillende manieren impact op een leven. Niet alleen psychisch, maar ook lichamelijk en juridisch. Ieder slachtoffer verdient daar hulp bij.’
Mattias Gijsbertsen, directeur van het programma Geweld Hoort Nergens thuis (GHNT): ‘De nieuwe informatietool op de site van het Centrum Seksueel Geweld is een hulpmiddel om aan de hand van de juiste vragen zo snel mogelijk je weg te vinden om die hulp te krijgen, die op dat moment het meest passend is. Dit sluit aan bij de ambities van het programma GHNT, die zich richten op het eerder en beter in beeld krijgen van geweld en daarna op het duurzaam stoppen van het geweld. De focus ligt daarbij op het creëren van directe veiligheid voor alle betrokkenen.’