Zesde Voortgangsrapportage GHNT: Op koers ondanks een kwestie van lange adem
Het programma Geweld hoort nergens (GHNT) loopt nog tot en met 31 december 2021. Daarmee is het laatste jaar van het programma aangebroken. De voortgangsrapportages maken zichtbaar dat de regio’s – ondersteund door het programma in de vorm van landelijk ontwikkelde instrumenten, financiering voor regionaal projectleiders en middelen vanuit de projectenpools ‘Van-Denken-naar-Doen’ – forse inspanningen leveren als het gaat om het versterken van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Zoals beschreven in de zesde voortgangsrapportage zijn de eerste effecten daarvan zichtbaar geworden in de resultaten van het onderzoek dat het Verwey Jonker Instituut heeft gedaan naar de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daaruit blijkt dat het vaker lukt om geweld in gezinnen te stoppen.
Einddoel nog niet behaald
De stappen die de afgelopen jaren zijn gezet betekenen niet dat na 2021 het einddoel is behaald. Het duurzaam op een hoger niveau krijgen van de aanpak vraagt een langere adem dan de duur van het programma GHNT.
De realiteit is dat werken volgens de genoemde uitgangspunten nergens nog een vanzelfsprekendheid is. Dit is terug te zien in de vele regiovisies die in het afgelopen jaar zijn vastgesteld of geactualiseerd. De implementatie van deze regiovisies kent vaak een looptijd tot eind 2023-2024.
Ondersteuning noodzakelijk
Met nog een half jaar te gaan is het realistische beeld dat in de meeste regio’s de implementatie van de visie gefaseerde ketenzorg, het versterken van de lokale (wijk)teams, het inrichten van MDA++ en andere onderdelen van een effectieve aanpak na 2021 niet, gedeeltelijk of moeizaam zal plaatsvinden zonder ondersteuning in kennis, capaciteit en middelen op lokaal, regionaal en/of landelijk niveau.
Beleid en uitvoering
De afgelopen jaren is gebleken dat onder andere de ondersteunende en faciliterende rol van de regionaal projectleiders GHNT en de financiële ondersteuning vanuit de projectenpool 2019 en 2020-2021 hebben bijgedragen aan een effectieve aanpak.
In de regio’s wordt door projectleiders gewerkt aan stevige regionale en lokale agendering van het thema, het integraal benaderen van het vraagstuk door het betrekken van alle relevante partners uit de verschillende domeinen, het bundelen van kennis en het slaan van een brug tussen beleid en uitvoering.
Hier wordt voortgang geboekt, dat blijkt ook uit de beleidsnotitie van het Verwey-Jonker Instituut die de werkende elementen uit hun onderzoek van 2020 gelegd hebben op de prioriteiten en resultaten van het Programma GHNT.