Misvattingen over het Toekomstscenario ontrafeld
Nieuwsbericht | 25-01-2023 | 16:59
Rondom het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming bestaan veel misvattingen. Bijvoorbeeld over de nadruk op het Regionale Veiligheidsteam en over de vraag of het Toekomstscenario wel echt de stip op de horizon is. Bij veel mensen leeft ten onrechte de gedachte dat er op dit moment alleen nog maar in de proeftuinen wordt gewerkt naar de visie van het Toekomstscenario, of dat het alleen gaat om (gezinnen met) kinderen.
Samen met het programmateam, het NJI en de projectleider van proeftuin Utrecht, Adri van Montfort, hebben we in dit artikel de belangrijkste misvattingen voor je ontrafeld.
Dit klopt deels.
Het Toekomstscenario beschrijft inderdaad dat er Regionale Veiligheidsteams komen. Maar voor een oplossing van de huidige problematiek in het stelsel is meer nodig.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan? Een echt andere manier van werken. Zodat ouders, kinderen en volwassenen bij wie veiligheidsproblematiek speelt, zich gehoord en ondersteund voelen en professionals kunnen doen waar ze goed in zijn. Een manier van werken die gezinnen uitnodigt en motiveert om samen met professionals duurzame resultaten te boeken. En die professionals uitnodigt om te doen wat nodig is, denkend vanuit mogelijkheden. Daarbij staan zij naast het gezin en/of huishouden. Het is van belang om een cultuur te creëren, waarin we met en van elkaar leren, die bij professionals de angst vermindert om fouten te maken. Die bij ouders, opvoeders en volwassenen het gevoel wegneemt dat óver hen wordt beslist in plaats van mét hen. Daarnaast is het van belang dat er sterke lokale wijkteams zijn, die voldoen aan het Kwaliteitskader werken aan veiligheid voor (wijk)team en gemeenten en die nauw samenwerken met het Regionaal Veiligheidsteam.
Dit klopt deels.
De eerste zin klopt. Er zijn nu vaak te veel personen en instanties betrokken bij gezinnen en huishoudens. Te veel regisseurs en te weinig hulpverleners. De tweede zin klopt niet helemaal. Met een vast contactpersoon kan een vertrouwensband worden opgebouwd. Dat helpt om schaamte en angst te overwinnen, om hulp te vragen en accepteren. Toch is het niet altijd zo simpel. Er zijn bijvoorbeeld te weinig beroepskrachten die langdurig dezelfde baan blijven doen. Daarbij komt dat een kind en een gezin in de loop van de tijd zoveel verschillende vragen kunnen hebben, dat geen enkele beroepskracht dat allemaal zou kunnen doen. De hulpverleningsrelatie kan op een bepaald moment uitgewerkt raken en levert dan niets meer op. Wisselen is dan beter; nieuwe ronde, nieuwe kansen. Tot slot: jeugdbescherming is een overheidsingrijpen in het leven van gezinnen. Dat brengt potentieel altijd strijd mee. De gezinsleden moeten het recht hebben op een tweede en soms een derde beoordeling.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Er is een nieuw ontwerp nodig, waarin tenminste de volgende principes gewaarborgd moeten zijn:
- het belang van het kind in gezinnen waar de veiligheid in het geding is staat centraal;
- de hele opvoedsituatie van het kind en de (eigen) problematiek van volwassenen wordt betrokken;
- er is een goede rechtsbescherming voor alle betrokkenen;
- het is eenvoudig;
- we richten ons niet alleen op kinderen of gezinnen met kinderen, maar iedereen van 0 tot 100, in elke samenstelling van het huishouden. (Zie ook Misvatting 5).
Dit is precies het doel van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Daarbij volgen we de Europese verdragen voor rechten van het kind.
Dit klopt niet.
In het bestuurlijk overleg van 5 september jl. is door minister Weerwind en staatssecretaris Van Ooijen nogmaals bevestigd dat het Toekomstscenario de stip op de horizon is waar we gezamenlijk naartoe werken. HOE de werkwijze er precies uit komt te zien staat nog niet vast. Lees in dit artikel meer over de genomen besluiten.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan? In 11 proeftuinen wordt de manier van werken volgens het Toekomstscenario beproefd. Ook in de rest van het land worden er mooie stappen gezet. De geleerde lessen uit de proeftuinen en regio’s leiden tot de invulling van het uiteindelijke HOE.
Dit klopt niet.
Er is nu al heel veel wat je kunt doen om toe te werken richting het Toekomstscenario. We zien in de regio’s dat dit daadwerkelijk en met succes gebeurt.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Ga aan de slag met het Toekomstscenario! Lees dit artikel met onze tips. Luister ook naar deze podcast, waarin we twee professionals aan het woord laten, die nu al werken naar de visie van het Toekomstscenario.
Dit klopt niet.
Het Toekomstscenario gaat uit van een brede doelgroep van 0 tot 100 jaar en richt zich op kinderen, gezinnen en huishoudens waar sprake is van onveiligheid, waaronder ook ontwikkelingsbedreiging. Dit omvat dus ook huishoudens zonder kinderen.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Een integrale aanpak en oog voor de problematiek van volwassenen op diverse leefgebieden is nodig voor structurele oplossingen in deze gezinnen en huishoudens. Tegelijkertijd dwingen problemen die nu spelen binnen de (jeugd)hulpverlening om te focussen op verbeteringen in de kind- en gezinsbescherming.
Dit klopt niet (helemaal).
Meer tijd en ruimte voor een gezin leidt wellicht tot minder werkdruk voor de jeugdbeschermers, maar niet automatisch tot een betere uitkomst voor het gezin. Niet alles komt dus goed.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Professionals krijgen de ruimte om meer te doen wat werkt, samen met het lokale team. Zoals: gezinsgericht werken, traumasensitief, op basis van een zorgvuldige analyse waarbij alle gezinsleden betrokken zijn. Organisaties maken ruimte voor reflectie, leren en steeds beter worden in deze manier van werken. Financiers doen meer om deze aanpak te faciliteren.
Dit klopt niet (helemaal).
Meer samenwerking rond een gezin leidt wellicht tot minder werkdruk, betere afstemming, meer efficiëntie, maar niet automatisch tot een betere uitkomst voor het gezin. Niet alles komt dus goed.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? We behalen successen als betrokken professionals – in de samenwerking – meer doen wat werkt, met zo min mogelijk professionals in het gezin. Als organisaties ruimte maken voor reflectie, leren en steeds beter worden in het samenwerken en als financiers de ruimte om te leren als noodzakelijk aspect van het werk faciliteren. Betere resultaten ontstaan ook als betrokken instanties niet ná elkaar werken en geen taken van elkaar over doen. Dus: niet als keten werken, maar als een netwerk rondom het gezin, met een beperkt aantal vaste professionals voor het gezin.
Dit klopt niet.
Niet alle onveilige situaties zijn te vermijden, hoe goed we ons best ook doen. En ‘we’ zijn niet alleen de Jeugdbescherming. Dat is de héle samenleving en de instanties die daarin werken. Niet alle onveilige situaties zijn maakbaar tot veilige situaties. Soms weten we gewoon niet wat het beste is om te doen.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? ‘We’ zijn niet alleen de Jeugdbescherming, maar ‘we’ zijn veel breder. Veilig opgroeien vraagt inzet van het formele én het informele netwerk. Immers: it takes a village to raise a child. ‘Veilig’ is een diffuus begrip; niet iedereen verstaat er hetzelfde onder. Er moet dus de mogelijkheid zijn tot tegenspraak bij het oordelen over situaties. Het aantal kinderen dat onveilig opgroeit is te verminderen door meer te doen wat werkt in het lokale team, de Jeugdbescherming en andere instanties – in een lerende context, ook door financiers gefaciliteerd. Veilig opgroeien vraagt inzet in de brede leefwereld van kinderen; in de gezinnen, op school, in de buurt en online. Het leren door betrokken professionals en organisaties staat centraal, zodat we steeds meer te weten komen over wat het beste is om te doen.
Dit klopt niet.
Door bij complexe scheidingen geen kinderbeschermingsmaatregel op te leggen, wordt de druk op de Gecertificeerde Instellingen verminderd. Dat leidt wellicht tot minder personeelstekorten bij de Gecertificeerde Instellingen, maar lost niet alles op. Bovendien zijn bij complexe scheidingen geen kinderbeschermingsmaatregelen uit te sluiten als er grote zorgen zijn over de veiligheid van kinderen.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Ook hier geldt: meer doen wat werkt, zie Misvatting 7 en 8. Inzet van een jeugdbeschermingsmaatregel bij complexe scheidingen lijkt weinig effectief. Een integrale aanpak met verschillende instanties, zoals schuldhulpverlening, wijkteams, gemeentelijke werkgebieden als Werk en Inkomen en Wonen sorteert meer effect. Ook het juridisch loket, advocaten en mediators spelen een rol.
Dit klopt niet.
Zowel in de proeftuinen als in de regio wordt al met succes gewerkt naar het Toekomstscenario. Elke verbetering telt. Zie ook Misvatting 4: elke regio kan al de eerste stappen zetten.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? We staan aan de vooravond van een complexe verandering. Die realiseer je niet op een achternamiddag; dat duurt echt jaren. Dat weten we uit eerdere veranderingen in het stelsel. Maar er is wel grote haast met de veranderingen, gezien de urgentie van de veranderopgave. Daarom moedigen we iedereen in het veld aan om al te beginnen met werken naar de visie van het Toekomstscenario – zie ook Misvatting 4. Zo maken we met elkaar tijd om de kennis en ervaring op te bouwen, die nodig is voor een nieuwe manier van werken. We maken nu al stappen door professionals de ruimte te geven om te leren en te reflecteren, door het gezinsgericht werken in de jeugdbescherming te ondersteunen en te ontwikkelen, door tegenspraak te organiseren en te faciliteren en door lokale samenwerking te versterken.
Dit klopt niet.
Het Toekomstscenario zet in op verbetering in álle regio’s.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan? We moeten onder ogen zien dat de oordeels- en besluitvorming in de Jeugdbescherming lijdt onder een zekere mate van onbetrouwbaarheid: onderzoek laat zien dat professionals over dezelfde casuïstiek verschillend kunnen oordelen. Verschillen zijn sterk te beperken als er veel aandacht uitgaat naar de principes van rechtsgelijkheid, werken volgens een gedeelde visie en methodiek en de inrichting van een goed systeem en inhoud van de georganiseerde tegenspraak.
Dit klopt niet.
Het Toekomstscenario zet in op effectiever en efficiënter werken, waardoor er niet meer mensen nodig zijn.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan? Minder professionals in het gezin, die meer tijd beschikbaar hebben, maakt de jeugdbescherming voor de gezinnen minder ingewikkeld. Het betekent dat de beschikbare capaciteit en kwaliteit optimaal wordt ingezet om de gezinnen te ondersteunen, omdat dubbelingen eruit gaan.
Dit klopt niet.
Die kaders zijn er zeker, deels bestaand, deels speciaal voor de proeftuinen geformuleerd.
Hoe werken die proeftuinen dan? De belangrijkste kaders voor de proeftuinen zijn de visie en uitgangspunten, zoals deze zijn geformuleerd in het Toekomstscenario: gezinsgericht, eenvoudig, transparant en rechtsbeschermend en lerend. Uit de ervaringen van de proeftuinen zal ook duidelijk worden welke nieuwe kaders nodig zijn om de gezinnen beter te kunnen helpen.
Dit klopt niet.
Dat zou alleen gelden als er al een bewezen effectieve manier van gezinsgericht werken uitgevoerd wordt. Dat is nu niet zo.
Wat mag dan wel? Het gaat er bij het Toekomstscenario vooral om uitvoering te geven aan wat werkt in de gezinsbrede benadering. Dat is niet heel nieuw, maar wel nieuw is dat we meer inzetten op de kennis van wat werkt, dat met een eenvoudiger stelsel te doen en met een structureel lerende beweging om er steeds beter in te worden. Daarbij hoort uiteraard goede monitoring van de resultaten, een goede reflectie en een goed toezicht.
Dit klopt niet.
Als dat gebeurt zonder ook te werken aan versterking van de basis, betere preventie, een versterking van de eerstelijns zorg en meer doen van wat werkt in de Jeugdbescherming, komt het niet goed.
Wat beoogt het Toekomstscenario dan wel? Gemeenten moeten de jeugdhulp inkopen die nodig is, waarbij de actuele inzichten over de effectiviteit van passende hulp, zoals het belang van zo thuis mogelijk opgroeien, leidend zijn. Dit in combinatie met de inzet van beleid dat jeugdhulp minder nodig maakt. Zoals bijvoorbeeld versterking van de basis, betere preventie, een versterking van de eerstelijns zorg en meer doen van wat werkt in jeugdbescherming.