Toekomstscenario in breder perspectief

De afgelopen periode verzorgde Quirien van der Zijden tijdens verschillende bijeenkomsten van het programma Toekomstscenario een lezing over complexiteit en transities. Want we leven in een tijd die gekenmerkt wordt door meerdere grote systeemcrises tegelijkertijd.

Zaal met toehoorders bij lezing over het Toekomstscenario kind/ en gezinsbescherming
Beeld: ©Ministerie van JenV

Op vele onderdelen in onze samenleving en economie lopen we vast, werken de oude systemen niet meer. Denk aan de arbeidsmarkt, zorg en onderwijs, migratie, landbouw en energie. We zoeken in al deze complexe systemen naar een nieuwe balans. Een balans die beter past bij de tijd waarin we nu leven. Die overgang naar een nieuwe balans noemen we transitie.  

Om complexe systemen te snappen helpt het om het verschil met ingewikkelde systemen te kennen. Ingewikkelde systemen kun je, in tegenstelling tot een complexsysteem, in stukjes uit elkaar halen en weer in elkaar zetten of meerdere kopieën van maken. Een ruimteraket is een voorbeeld van een ingewikkeld systeem. Bij ingewikkeld systeem past reductionistisch denken: vereenvoudiging is mogelijk door het in losse onderdelen uiteen te rafelen. Ingewikkelde systemen zijn planbaar, herhaalbaar, controleerbaar en te automatiseren. 

De gezins- en familiesystemen waarmee wij samenwerken, de teams waarin we werken, onze organisaties, netwerken en stelsels zijn allemaal complexe systemen. Op het moment dat je die als ingewikkelde systemen benadert en probeert planbaar, controleerbaar en herhaalbaar te maken, dan maak je iets kapot. Er zijn wel andere manieren om complexe systemen te beïnvloeden. Bijvoorbeeld door te sturen op waarden en werkzame elementen, de focus te leggen op waarde toevoegen. Door lerende praktijken te ontwikkelen: richting te geven, agenda te zetten, uit te voeren en onderweg telkens bij te sturen. Op alle niveaus: in het werken met gezinnen en huishoudens, in organisaties, beleid en bestuur. 

We kunnen de complexiteit van ons werk ontkennen en ons daartegen verzetten. Dan verkrampen we, worden we fragiel. Fragiele systemen lijden onder uitdagingen, beweging en verandering roepen angst op. Of we worden heel robuust: het maakt ons niet uit wat er gebeurt, we laten ons niet gek maken. Dat lijkt heel stevig. Maar we doen ons werk dan meer en meer zielloos en gevoelloos. En raken de verbinding met gezinnen, huishoudens en met elkaar op den duur helemaal kwijt. 

Als we complexiteit omarmen gaat het weer stromen. Dat kunnen we doen door onszelf en onze omgeving te trainen om antifragiel te worden. Antifragiele systemen hebben prikkels, variatie en schokken nodig om sterker te worden. Denk aan je immuunsysteem, dat heeft infecties nodig om sterk te worden; of aan spieren die groter en sterker worden door training. 

Dus omarm onzekerheid, geef ruimte aan creativiteit, koester variatie, investeer in verbinding, vitaliteit en wendbaarheid, maak gebruik van momentum. Kortom: train je eigen vrolijke veerkracht!

>>> Klik hier voor de uitgeschreven versie van de lezing