Eerste Kamer stemt in met wet voor betere beschikbaarheid jeugdzorg
Vandaag heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. Dit is een belangrijke stap in de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd, waarmee we het jeugdstelsel willen verbeteren.

De wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg gaat per 1 januari 2026 in.
Gemeenten moeten verplicht samenwerken
De nieuwe wet verplicht gemeenten om regionaal samen te werken bij de inkoop van (hoog)specialistische jeugdzorg. Ook wordt vastgelegd welke vormen van zorg minimaal gezamenlijk moeten worden ingekocht. Dat zorgt voor een betere spreiding en beschikbaarheid van deze specialistische hulp in heel Nederland.
Meer informatie over de ondersteuning voor gemeenten op de website van de VNG
Minder administratieve lasten, meer tijd voor zorg
De wet legt ook de basis voor meer uniformiteit, bijvoorbeeld in het registreren van gegevens. Daardoor wordt informatie, zoals over wachttijden, beter vergelijkbaar tussen regio’s. Dit helpt om tijdig te signaleren waar knelpunten ontstaan.
Door regionaal samen te werken, kunnen gemeenten en zorgaanbieders efficiënter werken en besparen op administratie. Hierdoor blijft er meer tijd over voor de daadwerkelijke zorg aan kinderen en gezinnen.
Beter inzicht en toezicht op de jeugdzorg
De wet stelt eisen aan de (financiële) bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders. Zo wordt onder andere de verplichting tot het hebben van een intern toezichthouder geïntroduceerd. Dit is afhankelijk van het aantal jeugdhulpmedewerkers. Dit draagt bij aan de verdere professionalisering en verbetering van de kwaliteit en bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. Dit kan ook weer bijdragen aan het verbeteren van de beschikbaarheid van (specialistische) jeugdzorg.
NZa krijgt nieuwe taken in jeugdzorg
Daarnaast worden de taken van de huidige Jeugdautoriteit wettelijk vastgelegd. Deze wordt onderdeel van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die ook een nieuwe taak krijgt: het vroegtijdig signaleren van risico’s in de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg, op basis van beter vergelijkbare data. Zo kunnen gemeenten en aanbieders eerder maatregelen nemen als dat nodig is.