Positie van vrijgevestigden in de jeugdhulp
In de praktijk
Door de huidige ontwikkelingen in de jeugdhulp, verandert de positie van vrijgevestigden. Janet Kos houdt zich vanuit het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) bezig met dit vraagstuk. Als intermediair werkt zij samen met vrijgevestigden, beroepsverenigingen, ervaringsdeskundigen, aanbieders en gemeenten aan het verbeteren van de positie van vrijgevestigden in de jeugdhulp
Ik ben tevreden wanneer de toegevoegde waarde van vrijgevestigden wordt erkend en gewaardeerd.
De jeugd-GGZ biedt lichte tot intensieve behandeling van psychische problemen in gezinnen. Vrijgevestigden spelen een belangrijke rol in deze jeugdhulp. Zelfstandig psychologen, psychiaters, orthopedagogen, vaktherapeuten en psychotherapeuten kunnen vrijgevestigde aanbieders zijn van deze jeugd-GGZ.
Naast behandeling van kinderen en jongeren, kunnen zij (preventieve) ondersteuning bieden in het onderwijs, het wijkteam en bij huisartsen.
Positie van vrijgevestigden onder druk
De ambitie in de jeugdhulp is om de hulp zo goed en dichtbij mogelijk aan te bieden: het liefst in de eigen omgeving van het kind of de jongere. Een kenmerk van vrijgevestigden is dat ze letterlijk en figuurlijk ‘in de buurt’ zijn. En dat ze goed bekend zijn met de lokale situatie en snel kunnen schakelen.
De ambities in de jeugdhulp en de kenmerken van vrijgevestigden lijken een ‘perfect match’. Hoe komt het dan dat de positie van vrijgevestigden toch onder druk staat? Janet Kos:
‘Het klopt dat vrijgevestigden veel te bieden hebben. Door hun persoonlijke benadering, hun deskundigheid en korte lijnen zijn ze goud waard. Onder de toenemende druk op de jeugdhulp, zie ik echter dat gemeenten steeds vaker hoge drempels opwerpen voor vrijgevestigden waardoor zij afhaken.’
Cisca Joldersma, werkzaam als senior adviseur bij de Nederlandse vereniging voor psychiatrie (NVvP) herkent dit beeld: ‘Steeds meer psychiaters stoppen met hun werk als vrijgevestigde in de jeugdhulp. Zij geven aan dat zij zich niet meer erkend voelen in hun vak.’
Wat Joldersma betreft een zorgwekkend signaal:
‘Vrijgevestigde psychiaters zijn snel, flexibel en goed in contact. Ze zijn essentieel in het bieden van vlotte, bereikbare en deskundige hulp. Omdat ze als zelfstandige veel tijd kunnen besteden aan de uitvoering van hun werk, bieden ze ook nog eens een enorme capaciteit en helpen ze wachttijden terugdringen. Ze doen soms net dat stapje extra als iemand hulp nodig heeft. De psychiaters die recent gestopt zijn, gaven aan tot onvoldoende samenwerking te kunnen komen met hun gemeente. In sommige gemeenten lukt het wel, in andere (nog) niet.’
Janet Kos ziet dat gemeenten steeds vaker het advies krijgen om te investeren in een overzichtelijk en kleiner netwerk van jeugdhulp. Daardoor ontstaat het risico dat gemeenten alleen nog maar met grote aanbieders willen samenwerken.
‘Ik mis de onderbouwing waarom het samenwerken met minder aanbieders beter zou zijn voor kinderen en jongeren. Sterker nog: ik denk juist dat we gezinnen er ernstig tekort mee doen. Als ouder wil je graag keuzevrijheid in de hulp die het beste bij je kind past. Ook ben ik ervan overtuigd dat vrijgevestigden onmisbaar zijn in het voorkomen van plaatsingen in instellingen en het realiseren van betaalbare hulp.’
Het belang van vrijgevestigden wordt onderstreept door Joram van Leeuwen, contractmanager landelijke inkoop jeugdhulp bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten:
‘Vrijgevestigden bieden soms hele gespecialiseerde zorg, bijvoorbeeld rond rouw, genderissues of non-verbale behandeling voor jeugdigen die niet in staat zijn om hun probleem onder woorden te brengen. Het is belangrijk om rekening te houden met hun specifieke toegevoegde waarde in het totale zorglandschap.’
Spanning tussen lokale en regionale samenwerking
Janet Kos ziet in de lokale en regionale samenwerking nog een ander spanningsveld:
‘Voor gemeenten zijn de vrijgevestigde jeugdzorgaanbieders onmisbaar, omdat zij verankerd zijn in het lokale netwerk. Ze werken nauw samen met ouders, scholen, huisartsen en andere hulpverleners. Uit onze analyse van het afgelopen jaar blijkt dat de vrijgevestigde aanbieders in de jeugd-GGZ vooral onmisbaar zijn in de wijk, omdat ze dichtbij de mensen hulp bieden en preventief en snel kunnen schakelen.’
De jeugdhulp wordt echter regionaal ingekocht, door de jeugdregio’s en soms bovenregionaal. Dat geldt zeker voor de specialistische jeugdhulp, waar de jeugd-GGZ onder valt.
Dat brengt voor alle partijen uitdagingen met zich mee volgens Kos: ‘Idealiter wordt er in de regiovisie voor de jeugdhulp inhoudelijk goed gekeken wat er nodig is. Op basis daarvan kun je keuzes maken met wie je wil samenwerken. Vrijgevestigden vormen een mooie schakel in het hele palet van laagdrempelige tot zwaardere zorg. Toch zie ik dat vrijgevestigden in die gesprekken soms niet aan tafel zitten. Organisatorische overwegingen, zoals het inkrimpen van het aantal aanbieders, worden te dominant. Het gaat ten koste van de kwaliteit van de jeugdhulp.’ Joram van Leeuwen vult aan:
‘Het partnerschap tussen gemeenten, ervaringsdeskundigen en aanbieders, waaronder vrijgevestigden, is ontzettend belangrijk. Ik zie dat vrijgevestigden vaak bevlogen en vakinhoudelijk sterk zijn, maar soms minder oog hebben voor hun eigen positionering in het hele jeugddomein. Het is cruciaal om goed in gesprek te blijven met elkaar.’
Die vakinhoudelijke bevlogenheid is volgens Cisca Joldersma precies waar de angel zit: ‘Wat psychiaters bij ons aangeven, is dat gemeenten vakinhoudelijk willen meebeslissen welke zorg nodig is. De psychiaters die gestopt zijn in de jeugdhulp, geven aan dat ze daardoor niet meer de zorg kunnen bieden die ze nodig achten. Ze hebben het gevoel dat de gemeente op de stoel gaat zitten van de medisch specialist. Die dubbele bemoeienis in toewijzing en financiering, wringt. Daar komen de enorme administratieve lasten bij, die voor vrijgevestigden niet meer in verhouding staan.'
Veranderende eisen in de inkoop van jeugdhulp
Janet Kos:
‘Steeds meer gemeenten gaan over op andere manieren van contracteren, die andere eisen stellen aan aanbieders. Dit vraagt van vrijgevestigden dat zij zich hierin bekwamen. Ik zie dat vrijgevestigden hier soms te licht over denken en zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s. Een voorbeeld daarvan is dat vrijgevestigden niet beseffen dat je bij een aanbestedingsprocedure keihard buiten de boot valt als je je stukken een dag te laat inlevert. Ook zien we dat gemeenten toelatingscriteria opstellen waar vrijgevestigden niet aan kunnen voldoen. Op die manier worden ze, bewust of onbewust, buitengesloten.’
Joram van Leeuwen herkent zich in het advies van Janet Kos om als vrijgevestigde te investeren in een goede afstemming met je opdrachtgever en verwachtingen af te stemmen.
‘Gemeenten realiseren zich dat het contracteren met vrijgevestigden van een andere aard is dan de contractering van grote aanbieders. Het is de kunst om met elkaar een goede modus te vinden hierin. Je kunt de eisen aan vrijgevestigden niet gelijkstellen aan de eisen voor grote organisaties. Het vraagt bijvoorbeeld om andere kwaliteitseisen en regels rond tarifering.’
Wel is het volgens Van Leeuwen belangrijk om af te bakenen wie zich als vrijgevestigde kan inschrijven.
De NVvP onderstreept het belang van vertrouwen en respect voor ieders rol, positie en professie in de dialoog. Joldersma:
‘Psychiaters zouden niet op detailniveau behandelgegevens hoeven te overleggen wanneer zij erkend worden als medisch specialist. Hun kwaliteit is al geborgd in opleiding, in registratie-eisen en beroepsnormen. Laat het eigenaarschap van de behandeling bij de behandelaar.’
Meer weten?
In de praktijk zien we dat gemeenten vaker kiezen voor minder zorgaanbieders. Dat betekent dat vrijgevestigden het risico lopen om niet langer gecontracteerd te worden. Om dat risico te verkleinen, kunnen vrijgevestigden ervoor kiezen om een samenwerking met elkaar aan te gaan. Benieuwd naar de mogelijkheden?
Tekst: Petra van Leeuwen.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.