Interview met Sonja-Hopmans - Aanpak Wachttijden Twente

In de praktijk

Een kind of jongere dat tussen scheidende, boze en vechtende ouders zit, belandt vaak in jeugdzorg. Maar moet je dan de focus leggen op jeugdzorg om het kind of de jongere te helpen? Sonja Hopmans, deskundige complexe scheiding en samenwerking, werkt na een succesvol onderzoek samen met betrokkenen in Twente een visie uit die fundamenteel anders kijkt naar de rol van jeugdzorgprofessionals bij een complexe scheiding. Een visie die ertoe leidt dat de druk op de kinderen en jongeren uit deze gezinnen lager wordt en zij bij voorkeur minder formele zorg nodig hebben.

"Aan een kind sleutelen dat gemangeld wordt in een complexe scheiding: iedereen weet dat dat niet kan."

Om te beginnen: élke scheiding is toch complex? “Natuurlijk. Als je als partners uit elkaar gaat is er stress. Er zijn emoties, als boosheid en verdriet en er is vaak sprake van inkomensdaling en een verhuizing: alles speelt door elkaar heen”, zegt Hopmans. “Maar meestal stabiliseert het na één of twee jaar. De nieuwe situatie raakt gewend en de gezinsleden gaan verder met hun leven. Met de kinderen en jongeren gaat het meestal goed.”

Partners blijven elkaar destructief bestrijden

In een complexe scheiding komt dat moment van stabilisatie niet, benadrukt ze. “De partners blijven elkaar destructief bestrijden. Dit legt een enorme psychische druk op kinderen en jongeren, en geeft ze echt schade”.

Een groot deel van kinderen en jongeren dat jeugdzorg krijgt, heeft thuis te maken met zo’n complexe scheiding. “Deze gezinnen blijven wel acht tot tien jaar in zorg. Doordat jeugdhulpverleners vaak in de strijd worden ingezogen, wordt de hulp vaak ineffectief. Jeugdhulpverleners raken uitgeput en verwijzen ouders en hun kinderen, jongeren herhalend door naar een andere collega of ander aanbod. Uiteindelijk komen zij in het gedwongen kader, omdat iedereen met de handen in het haar zit. De strijd wordt intussen steeds sterker en de schade bij de kinderen en jongeren groter. Aan de kinderen en jongeren wordt ‘gesleuteld’. Terwijl, als de strijd sneller zou stoppen en er rust komt, het met de kinderen en jongeren beter zou gaan. De zorg die nodig is, zou een begin en een einde hebben.”

Scheiden met minder schade

Voordat het landelijke programma Aanpak Wachttijden startte, liep in de regio Twente het initiatief PACT - Scheiden zonder Schade. “Dit initiatief kon verweven worden in de aanpak van Team Aanpak Wachttijden." Want ook in Twente is er hoge druk op jeugdzorg door complexe scheidingen. Er werd ook hier echt met urgentie gezocht naar een werkwijze voor deze groep kinderen en jongeren.”

In een eerdere pilot in Nijmegen was deze visie en werkwijze rondom complexe scheidingen ontwikkeld. Een visie waarin de focus wordt gelegd op welzijn en rust en bij de houding en kracht van de jeugdzorgprofessionals die werken met mensen in een complexe scheiding. In deze werkwijze draait het niet om het geven van zorg of therapie aan het kind of de jongere, maar om een brede beweging naar welzijn en rust voor iedereen.

De jeugdzorgprofessionals nemen in deze werkwijze zowel een leidende als een volgende positie in. Ze coachen de ouders onafhankelijk van elkaar in het vormgeven van het eigen, nieuwe gezin in plaats van zich bezig te houden met de andere ouder en daarmee bijdragen aan strijd. “Je neemt dus positie in: de strijd moet stoppen. Want sleutelen aan een kind of jongere dat in onrust is, kan niet. Alleen in rust kan een kind of jongere helen en weer groeien. In die rust zie je bij kinderen en jongeren ook opvallend veel zelfgenezend vermogen. Mogelijk zijn zij nog gebaat bij een vorm van therapie, maar onderschat niet dat kinderen en jongeren vooral behoefte hebben aan de gewone dingen. Spelen, school, vriendjes. Ze worden blij van voetballen of een spontaan fijn gesprek bij een ouder van een vriendje en niet altijd van praten met een therapeut.”

De-escaleren van de strijd

Om dat te bereiken moet de energie van de hulpverlening vooral zitten in het de-escaleren van de strijd tussen ouders. “Als jeugdhulpverlener ga je je dus alleen richten op het terugbrengen van rust in het gezin. En dat zijn dus twee gezinnen. Je coacht ouders naar een situatie waarin zij weer regie ervaren en rust.”

Hoe logisch het ook klinkt, het werd en wordt niet gedaan bij de kinderen en jongeren die in deze situatie zitten. “In een complexe scheiding zijn we altijd bezig om beide ouders aan tafel te krijgen. We willen dat ze met elkaar leren praten, samenwerken en op één lijn zitten. We noemen dat ‘goed ouderschap’. Maar dat is een vrij betuttelende manier van kijken naar ouderschap na een scheiding. Met de meeste kinderen en jongeren wiens ouders niet of nauwelijks overleggen na scheiding gaat het namelijk goed. De druk opleggen dat ouders moeten leren communiceren, maakt de strijd in een conflictscheiding erger. Als pijn zo diep zit, vraag je iets onhaalbaars van ouders. Je wilt iets repareren wat kapot is en brengt hen steeds opnieuw in een situatie van falen en een open wond: Hij heeft zich nooit aan afspraken gehouden. Wat zij zegt klopt niet. Hij overdrijft en liegt waar je bij zit. Zij heeft het nooit gesnapt. De emoties en strijd laaien elke keer weer op. De druk en stress op een kind of jongere blijven hiermee in stand.”

Midden in het conflict

Als jeugdzorgprofessional zit je dan bovendien vaak midden in het conflict omdat de ene ouder de ander beticht van onveiligheid, oneerlijkheid en liegen. “Telkens denk je: ik moet daar wat mee. Je wordt in een bondje gezogen. Onbewust kom jij ook in vechtstand en ben jij ook dat vuur aan het opstoken.”

Voor jeugdzorgprofessionals is dit zeer herkenbaar, weet Hopmans. “In Twente ging na de presentatie voor het AO-jeugd een zucht door de zaal. Aan een kind of jongere sleutelen dat gemangeld wordt in een complexe scheiding: iedereen weet dat dat niet kan. Juist mensen in de zorg.”

Deze visie is geen rocket science, maar vereist wel een totaal andere manier van kijken en werken. ”Het anders werken houdt in dat alle partijen, van Veilig Thuis, (jeugd)hulpverleners bij de toegang, scholen, kinder- en jeugdpsychiaters tot de gemeente waar ouders aankloppen voor een woning, de visie omarmen. “

Alle neuzen dezelfde kant op; het klinkt simpel, maar dat is het niet. “Je kunt het je niet permitteren om langs elkaar heen te werken. Dus ook al werken we bij verschillende organisaties, gemeenten of scholen, in deze gezinnen moeten we allemaal dezelfde koers varen.”

Dát deze werkwijze, werd al bewezen in de pilot in Nijmegen. Hier werd bijvoorbeeld in tien gezinnen die bij de Jeugdbeschermingstafel waren aangemeld, alsnog door coaching vanuit deze visie een effectieve ondersteuning in het vrijwillig kader gerealiseerd. “Maar je moet wel domeinoverstijgend willen werken. Dat maakt het lastig. Maar elke keer als we werken met een keten die het snapt en wil, ervaar ik opluchting bij alle jeugdzorgprofessionals. Omdat ze weten dat op een systemische, fundamentele manier werken aan het welzijn van een kind, jongere en een gezin beter is en dus wél kan.”

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.