Op het Podium: Sander Konings
In de praktijk
Nieuwsgierigheid heeft Sander veel gebracht op het gebied van professionele en persoonlijke ontwikkeling. ‘Nieuwsgierigheid is voor mij het sleutelwoord: naar jezelf en naar methodische elementen. Maar ook oprechte nieuwsgierigheid naar jongeren!’.
'Als ik niet nieuwsgierig ben en blijf, dan doe ik mijn eigen vakmanschap tekort'
Kun je vertellen wie je bent, waar je werkt en wat je daar op dit moment doet?
Ik ben Sander Konings en ik werk bij Via Almata, een jeugdzorginstelling in Noord-Brabant. Twaalf jaar geleden ben als stagiair gestart en inmiddels werk ik hier als gedragswetenschapper, therapeut en praktijkbegeleider. Ik houd mij bezig met het geven van o.a. schematherapie, met methodiekontwikkeling, met diagnostiek en met het terugdringen van vrijheidsbeperking in de Jeugdzorg Plus
Twaalf jaar, dat is best lang?
De organisatie heette nog Den Engh toen ik startte. In de tijd dat ik er werk heb ik verschillende transformaties achter de rug. Van jeugdgevangenis naar gesloten jeugdzorginstelling. Van rijksinstelling naar private zorginstelling. Van private zorginstelling naar gemeentelijke financiering, en ga zo maar door. In al die jaren heb ik veel van de functies en taken die je in het primair proces kunt bedenken wel gehad.
Kun je dat toelichten, de functies in het primaire proces?
Ik ben ooit als groepsleider gestart. Ik vond het groepswerk heel leuk, maar ik dacht: 'Wat kan ik nu nog meer betekenen voor de jongeren? Wat kan ik nu nog anders doen dan het groepswerk om die jongeren verder op gang te helpen. Iets wat in mijn straatje past, waar mijn capaciteit en kwaliteit zit?' In mijn werkomgeving noemde iemand de optie tot psychomotore therapeut. Ik heb de opleiding gevolgd en toen ik afstudeerde kwam er precies een plek vrij als psychomotore therapeut, dus dat was een logische overstap.
Je noemt dat je psychomotore therapeut bent, maar bij je introductie noemde je ook dat je werkt als gedragswetenschapper
In mijn werk als vaktherapeut bij Via Almata is mijn liefde voor schematherapie gegroeid. Maar als je geregistreerd schematherapeut wilt worden, moet je ten minste een academische opleiding psychologie of pedagogische wetenschappen met aanvullende scholing hebben.
Ik stelde het gekscherend voor aan mijn toenmalige leidinggevende. Die moest heel hard lachen want de organisatie had mijn opleiding tot psychomotore therapeut ook betaald. Toch belde hij mij diezelfde avond op en zei hij dat ik mij kon inschrijven. We zijn een aantal jaar verder en recent ben ik afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit en werk ik als gedragswetenschapper bij Almata.
Eerst even een stap terug, hoe kwam je bij Almata als Stagiair terecht? Was de keuze voor deze organisatie bewust?
Nee helemaal niet. Ik heb CIOS gedaan, een sport- en beweegopleiding. Ik verveelde me op de middelbare school, dus ik ging andere dingen doen zoals surfen en skateboarden. Daardoor ging ik van vwo, naar havo, naar vmbo waar ik vijf jaar over deed. Men vond mij verschrikkelijk aardig, maar ook een echte lamzak.
Ik kwam op het CIOS terecht waar ik mijn stage deed bij een welzijnsorganisatie en de straat op ging om met jongeren te werken. Hier heb ik ontzettend veel geleerd over contact maken en houden. Ik kwam dezelfde complexe jongeren tegen die ik nu in de jeugdzorgplus tegenkom, maar wel op een andere manier. Enerzijds had ik als jongerenwerker veel invloed maar aan de andere kant kon het soms wel vier weken duren voor ik een jongere weer tegen kwam op straat. Hoeveel contact krijg je dan eigenlijk?
Wat ik over mezelf leerde is dat ik contact nodig heb. Na deze stage raadde een docent Den Engh aan vanwege mijn profiel en het werken met jongeren met problemen. Daar kwam ik in een totaal andere wereld terecht. Enerzijds heerste er een strak regime en aan de andere kant werd er ervaringsgericht en spelenderwijs met jongeren gewerkt.
In de eerste fase was er geen aandacht voor het individu, maar alleen groepswerk met een heel repressief karakter: Als er één de fout ingaat, dan allemaal naar de kamer. Dat kan ik me nu niet meer voorstellen, maar zo ging dat toen. Ik voel me daar wel eens schuldig over maar ik wist niet beter.
Heeft dat jouw beeld van de jeugdzorg veranderd?
Zeker! Ik ging op 19 jarige leeftijd vol goede moed bij Den Engh de (justitiële) jeugdzorg in. Vervolgens werkte ik binnen een strak regime met naast een behandel- en opvoedcomponent, ook een zeer straffend component. Dat veranderde mijn beeld wel behoorlijk.
Toen ik begon dacht ik ‘wat gebeurt hier, wat overkomt me’ en vond wat ik zag niet normaal. Maar voordat ik het wist was het voor mij normaal om op die manier aan het werk te zijn. Waar ik me nu actief inzet om het beperken van vrijheid bij jongeren in de JeugdzorgPlus te stoppen, nam ik toen vrijheid even gemakkelijk af.
Hoe kijk je daar op terug?
Ik zie in elk geval het gevaar van de organisatiecultuur. Ik ging er als eindeloos nieuwsgierige jongen in, maar al snel keek ik niet meer buiten het blikveld van de organisatie. Ik gebruik vaak het voorbeeld van Winnie de Pooh, na zes maanden zat ik met mijn hoofd vast in de honingpot. Ik kon niets anders meer zien dan hoe het daar ging, zelfs niet toen de negatieve berichten in de pers begonnen.
En hoe kom je daar dan uit?
Met een beetje van mezelf en een beetje hulp van buitenaf. Ik heb een nieuwsgierig karakter en ik had een leidinggevende die potentie in mij zag. We moesten transformeren naar een jeugdzorginstelling. Dat was het moment dat bij mij de nieuwsgierigheid weer aanging en mijn leidinggevende mij de kans gaf hier een rol in te vervullen. Sindsdien is de nieuwsgierigheid nooit meer ‘uit’ gegaan.
Nieuwsgierigheid is voor mij een sleutelwoord: naar jezelf en naar methodische elementen. Maar vooral oprechte nieuwsgierigheid naar jongeren: ‘Waarom ben jij zoals je bent?’ of ‘Waarom hebben wij nu een botsing?’. Ik heb een soort eindeloze wil of motivatie om dat te willen begrijpen.
Wat is de invloed van je leidinggevenden op je persoonlijke ontwikkeling?
Ook hier is het sleutelwoord nieuwsgierigheid. Ik heb verschillende leidinggevenden gehad, als ik met hen in gesprek was, dan stelde ik veel vragen als ‘hoe zit dat dan’ en ‘hoe kijk jij daar tegenaan’ Hierdoor raak je toch op een andere manier in gesprek. Als ik op mijn kop kreeg voor iets, was ik nieuwsgierig waarom mijn leidinggevende er zo naar keek. Hierdoor ontstaat veel sneller een ‘samen’ dynamiek.
Als mijn leidinggevende adviseerde om op werkbezoek te gaan of een artikel te lezen, dan ging ik dat ook echt doen. En tijdens het eerstvolgende gesprek kwam ik daar op terug. Niet eindeloos filosoferen maar er ook echt wat mee doen!
Ook deelde ik mijn vragen over hoe ik op een andere manier van betekenis zou kunnen zijn voor onze jongeren, de gezinnen en hun trajecten. Een collega die in mijn tijd als groepsleider mijn leidinggevende is geweest, zei hier laatst over ‘De vragen die jij jezelf en mij stelde, maakte het voor mij als leidinggevende makkelijker om sturing aan te brengen doordat jij een lerend speelveld creëerde’. Oprechte nieuwsgierigheid is daarmee ook kwetsbaarheid.
Je zegt hier iets essentieels, je hebt zelf iets gedaan om een speelveld te creëren, waarin je de ander ruimte geeft om gericht met jou mee te denken?
Ja, mijn opleiding en carrièrekansen zijn altijd ontstaan uit een organische manier van doen, niet omdat ik het opeiste.
Hoe koppel jij nieuwsgierigheid aan de term vakmanschap?
Ik denk dat als ik niet nieuwsgierig ben en blijf, zowel persoonlijk als vakmatig, ik mijn eigen vakmanschap tekort doe. Iedereen heeft een eigen skill set; je kunt van nature een aantal dingen goed en een aantal dingen minder goed en daarnaast heb je een aantal dingen geleerd. Als je niet nieuwsgierig blijft, dan blijf je in je eigen bubbel hangen.
Nieuwsgierige vragen als ‘wat maakt dat het klokje van dit kind zo tikt’, tot ‘wat maakt dat ik het niet voor elkaar krijg om een fatsoenlijk gesprek te voeren met deze jongere’ hebben bij mij geleid tot nieuwe vaardigheden, nieuwe kennis en nieuwe ideeën. Nieuwsgierigheid en vakmanschap blijven ontwikkelen gaan wat mij betreft hand in hand.
Binnen het werken met jeugd en gezinnen, hoe belangrijk is nieuwsgierigheid dan?
Als het gaat om de jeugdzorg, dan staat oprechte nieuwsgierigheid in de top drie, samen met contactvaardigheid en het vermogen om naast reflecteren ook te mentaliseren. Met dit laatste bedoel ik het vermogen om als professional van te voren in te schatten ‘wat mijn gedrag doet met een ander’.
Bij mij heeft mijn nieuwsgierigheid geholpen in mijn vaardigheid contact te maken en te metalliseren. Nieuwsgierigheid is de eigenschap waar je van de drie het meeste invloed op hebt. Als je contactvaardigheden probeert te trainen ben je altijd afhankelijk van de ander. Als je mentaliseert ben je altijd afhankelijk van die anderen. Bij nieuwsgierigheid kun je er zelf voor kiezen deze aan of uit te zetten.
Hoe kunnen we aandacht hebben voor nieuwsgierigheid in de jeugdzorgsector?
Dan denk ik aan voldoende ruimte binnen opleidingen om als student zelf te kiezen. Hiermee creëer je vrije denkers en nieuwsgierige professionals.
Is nieuwsgierigheid leerbaar?
Absoluut, als ik kijk naar mij op de middelbare school, nou ja, dan was ik echt niet nieuwsgierig. Ik was alleen maar nieuwsgierig naar mezelf en wat ik leuk vond. Maar in contact met anderen, kun je je nieuwsgierigheid oefenen.
Wat wil je meegeven aan die professionals die op Platform Vakmanschap komen kijken?
Laten we oprecht nieuwsgierig zijn naar jongeren, naar ouders, naar gezinnen en elkaar. Oprecht nieuwsgierig zijn, dat leidt tot nieuwe inzichten.
Meedoen
Heb je vragen of ervaar je knelpunten waar met andere professionals aan gewerkt kan worden? Of vind je het gewoon leuk om ook deel uit te maken van een groep enthousiaste bevlogen professionals die houden van het werken met kinderen, jongeren en gezinnen en zich daarin willen blijven ontwikkelen?
Word lid van de Community Platform Vakmanschap en praat mee.
Meer weblogberichten
Meer over het Platform Vakmanschap en andere Podium-interviews
-
Platform Vakmanschap Jeugdprofessionals
Om goede ondersteuning aan kinderen, jongeren en gezinnen te bieden is het belangrijk om in contact te staan met andere ...
-
Op het Podium: Thijs Hogenhuis
Thijs Hogenhuis schreef voor een schoolopdracht een verhaal over een haas, waarin hij een kritische blik wierp op het huidige ...
-
Op het Podium: Jennifer Cirpici
Als grafisch vormgever en illustrator gooide Jennifer Cirpici het roer om en koos voor een studie Social Work. Door het online ...
-
Op het Podium: Menno Knol
Menno Knol is senior adviseur technologie bij de VO-raad. Als projectleider zocht hij een eenvoudige en laagdrempelige manier om ...
-
Op het Podium: Gieke Buur en Noa van Hagen
Tijdens het opnemen van de Podcast Transformers ontstaat bij Noa van Hagen en Gieke Buur het idee van De Schoenveterclub. “Dat ...
-
Op het Podium: Carien de Graaf
Carien de Graaf is een ervaren hulpverlener in de jeugdzorg. Naast haar werk bij KOOS Utrecht en De Rading is ze ook één van de ...
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.