Coronacrisis zorgt voor creativiteit: Jeugdhulp bereikt meer mensen online

Weblogbericht | 01-11-2021 | voor Jeugd & Gezin

Van Dam en Van Berkel zijn de drijvende krachten achter de zogenoemde ZOOMinns en ZOOMerschools. Dit zijn de namen voor de online sessies voor de jeugdzorgregio’s, die ze aan het begin van de coronapandemie hebben opgezet en via de videoconferentietool ZOOM gaan. We spreken de twee -hoe kan het ook anders- digitaal over dit initiatief. Vlak voor het moment dat Amber na drie jaar het Ondersteuningsteam van Zorg voor de Jeugd (OZJ) gaat verlaten.

Herberggevoel

‘ZOOMinn zegt eigenlijk in een notendop wat we met de online sessies willen bereiken’, vertelt Van Dam. ‘Mensen in een virtuele herberg laten samenkomen om met elkaar of in zogenoemde breakoutrooms (digitale vergaderkamers) over een thema in gesprek te gaan. We hebben hiervoor een abonnement op de online tool ZOOM genomen en meteen gekeken wat we er allemaal mee konden.’

‘Daarna hebben we met verschillende doelgroepen over pakkende thema’s nagedacht. We hebben dit heel snel na het uitbreken van de pandemie gedaan, omdat we om ons heen hoorden dat mensen niet bij elkaar konden komen. Terwijl wij dachten: dat kan juist wel, maar dan online. Daarbij zijn ook veel collega’s enthousiast geraakt, die eerst sceptisch waren.’

‘We namen deze bijeenkomsten ook op en die zette ik dan, na een bewerking, op YouTube. Ook daarin zie je de kracht van een online tool, want ze zijn soms meer dan 300 keer teruggekeken.’

Verschillende perspectieven

Tijdens elke bijeenkomst werd er vanuit verschillende perspectieven over een thema gesproken. Daarbij was iedereen welkom: gemeenteambtenaren, zorgprofessionals, ouders en jongeren.

‘Zij kregen ruimschoots de gelegenheid om mee te praten. Ook nodigden we elke keer een gastspreker of sidekick uit om een dilemma te bespreken. Zo was er een sessie over suïcidepreventie en over eenzaamheid’, aldus Van Dam.

Veel animo

De animo om mee te doen, bleek een stuk hoger te liggen dan bij fysieke ontmoetingen. Van Berkel: ‘De sessies waren steeds gevuld met beleidsambtenaren, professionals, ouders en jongeren. Soms waren er wel 150 deelnemers. Veel deelnemende ouders wilden graag hun eigen ervaringen met jeugdhulp delen of ervaringen van anderen horen.’

Voor corona waren er in de zomer altijd zogenoemde Summerschools, maar die werden minder goed bezocht. Van Berkel: ‘Daarop kwamen eigenlijk vooral veel beleidsambtenaren af, die de tijd hadden om naar Utrecht te komen. Voor professionals of werkende ouders met kleine kinderen was dat niet te doen. Dat ligt natuurlijk anders met online bijeenkomsten. Die kun je bijwonen wanneer je dat wilt. We namen deze bijeenkomsten ook op en die zette ik dan, na een bewerking, op YouTube. Ook daarin zie je de kracht van een online tool, want ze zijn soms meer dan 300 keer teruggekeken. We horen ook dat collega’s de verslagen onderling met elkaar bespreken of aan hun wethouder laten zien.’

Hybride vorm

OZJ denkt nu na over een hybride vorm van de ZOOMinns. Van Dam: ‘Ik denk niet dat iedereen meer naar Utrecht wil komen om een bijeenkomst met hooguit dertig mensen bij te wonen. Daarnaast is de behoefte om fysiek bij elkaar te komen, weer groot. We willen echter wel graag een grote groep bereiken. Daarom denken we nu na over een combinatie van een fysieke en online bijeenkomst.’

‘We bewaken wel streng het DNA van de sessie. Het moet altijd een bijeenkomst in positieve sfeer zijn.’

Het is duidelijk: de ZOOMinns zijn een blijvertje en worden nu verder geprofessionaliseerd. Veel gemeenten tonen interesse in deze vorm van bijeenkomsten. Van Dam: ‘We bewaken wel streng het DNA van de sessie. Het moet altijd een bijeenkomst in positieve sfeer zijn. Een gastvrouw of gastheer heet je vriendelijk welkom. Er staat maar één onderwerp op de agenda dat van verschillende kanten belicht wordt. Er zijn interessante sprekers, volop kans voor interactie en het programma duurt maximaal 1,5 uur.’