Proeftuinen onderwijszorgarrangementen: op zoek naar ruimte binnen huidige kaders
In de praktijk
De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport willen meer ruimte bieden aan onderwijszorgarrangementen (OZA) voor kinderen met een complexe ondersteuningsbehoefte. Een projectteam onderzoekt ruimte in de wet om eventuele knelpunten bij de organisatie van een OZA op te lossen. Adviesbureau BMC begeleidt een jaar lang 15 zogenoemde proeftuinen, geeft advies en zoekt mee naar oplossingen als ze vastlopen. Eén van hen is Megakids in Haarlem.
Bij een OZA werken zorg, onderwijs en ouders met elkaar samen en maken duidelijke afspraken over de ondersteuning van kinderen die onderwijs en zorg nodig hebben. De proeftuinen laten in de praktijk zien hoe dat werkt. Het project heeft drie doelen: Het verduurzamen van bestaande OZA’s. Inzicht waar in het experiment afwijking of verruiming in wetgeving nodig is. En: het opbouwen van een kennisnetwerk.
Kwetsbare groep
‘Het mooie van de proeftuinen is dat het nu echt om de praktijk gaat’, vertelt Ellen Broersma. Zij is adviseur Onderwijs en Jeugd bij BMC en begeleidt 4 proeftuinen. De verscheidenheid in proeftuinen is groot, zowel in omvang als in doelgroep en aanbod. ‘Het gaat om de vaak kwetsbare groep kinderen, om initiatieven die hun weg moeten vinden in een behoorlijk complex systeem. We willen de gesignaleerde belemmeringen bespreken en overwinnen, zodat kinderen maatwerk krijgen en zich ontwikkelen. Kennis en ervaringen worden breed gedeeld met betrokken partners, zoals de samenwerkingsverbanden, gemeenten en leerplichtambtenaren. Daarnaast zijn een goed netwerk en vertrouwen erg belangrijk.’
De proeftuinen lopen tegen veel problemen aan. Onderwijsgeld mag niet naar zorg worden overgemaakt, terwijl er in deze onderwijs-zorgtrajecten wel behoefte aan onderwijs is. ‘Onderwijs op een andere locatie dan school mag wettelijk gezien ook niet. Als een kind wordt vrijgesteld van de leerplicht is er ook geen recht meer op onderwijs. Terwijl er wel leer- en ontwikkeldoelen zijn. Jongeren vallen uit op school vanwege de sociaal emotionele ontwikkeling. Vaak passen ze qua cognitieve ontwikkeling bij hun leeftijdsgenoten, maar lopen ze sociaal-emotioneel gezien een aantal jaren achter. Daar past het aanbod van reguliere klassen niet bij’, aldus Broersma.
Te veel prikkels
Dit disharmonische ontwikkelingsprofiel kom je vaak bij autisme tegen. In de Dagklas Megakids (Proeftuin) zitten jongeren die volledig zijn vastgelopen en uitgevallen binnen het regulier en speciaal voorgezet onderwijs. ‘Onze doelgroep heeft meer “schakeltijd” nodig dan gangbaar is in huidige onderwijssysteem’, vertelt Mirjam Plantinga van Megakids. Zij richtte samen met Marlot Bouwens 16 jaar geleden Megakids op voor jongeren met autisme. Nu werken er 30 mensen, docenten en zorgprofessionals. Beide oprichters komen uit de jeugdzorg en het onderwijs.
Bij Megakids gaan ze ervan uit dat ieder kind wil leren, maar dat niet op dezelfde manier doet of kan doen. Van daaruit zetten ze stapjes naar terugkeer in een dagstructuur en een lesprogramma op maat. Leerlingen worden niet over-, maar ook niet ondervraagd. Dit vraagt voortdurend afstemmen op de jongere vanuit specifieke aanvulling. Megakids werkt nauw samen met het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland VO om deze jongeren met een vorm van autisme een goed programma te bieden. En, waar mogelijk, naar het onderwijs terug te leiden.
Leren op eigen manier
Volgens Plantinga is er in het reguliere onderwijssysteem vaak sprake van overprikkeling en overvragen ‘Deze jongeren begrijpen de gangbare sociale omgang in de groep veel minder, waardoor er vaak “sociale” angst ontstaat. De leerling merkt dat hij/zij anders is en ervaart afwijzing, waardoor hij/zij steeds onzekerder wordt en depressieve klachten krijgt. Wij passen onze ondersteuning aan de schakeltijd aan die deze leerlingen nodig hebben Daarnaast gaat het onderwijs vaak te snel voor ze, door de toetsmomenten, lesovergangen en tijdsdruk. Denk maar aan de meerdere lessen en docenten op een dag.’
Autisme kan een grillig beeld geven. Een leerling met autisme kan het ene moment wel tot iets in staat zijn, terwijl hij/zij op een ander moment daarbij hulp nodig heeft. ‘Oplopende spanning moet goed in de gaten gehouden worden en maakt dat een programma soms flexibel moet zijn. Je kunt oplopende spanning niet negeren, omdat deze leerling dan over zijn of haar grenzen heengaat’, aldus Plantinga.
Begeleiding en maatwerk
Megakids biedt een ontwikkelingsgerichte begeleiding en maatwerk. Dat doet de organisatie vanuit de visie van Martine Delfos, een andere kijk op autisme. Plantinga: ‘Wij betrekken de jongere bij de inhoud van ons programma en stimuleren hun intrinsieke motivatie: welk vak vond hij/zij leuk om te doen? Vandaaruit bieden we ontwikkelingsgerichte zorg en bouwen we de aanwezigheid in de groep op. We sluiten aan bij de pedagogisch-didactische ontwikkelingsleeftijd en ondersteuningsbehoefte van de leerling zelf.’
De begeleiding biedt perspectief op cognitief en sociaal-emotioneel vlak. Er zijn nooit meer dan zeven jongeren bij elkaar. Beneden zitten de meest kwetsbare jongeren en helemaal boven jongeren voor wie het juist het onderlinge contact erg belangrijk is. Gespecialiseerde begeleiders/behandelaars zorgen voor een veilige en voorspelbare omgeving. Lesmethoden komen van het IVO.’
Samenwerkingsverband Kennemerland
De aanpak van Megakids werkt en bleef niet lang onder de radar van gemeenten en samenwerkingsverband. Jongeren krijgen een beter zelfbeeld, maar weten ook certificaten voor bepaalde leervakken te maken. ‘Bij aanmelding van een nieuwe leerling gaan we eerst in gesprek met de school en het Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland om samen te kijken wat er al is gebeurd om deze leerling op de rit te krijgen’, vertelt Bouwens hierover.
‘De leerlingen leren van elkaars ervaringen, leren autistische valkuilen bespreekbaar te maken. Belangrijk is dat we op zoek gaan naar succesverhalen, om deze jongeren een positieve boost te geven.’
Je ziet ze dan ook bij ons in de dagbehandelklas helemaal opfleuren, omdat ze perspectief ervaren in hun persoonlijk functioneren en daardoor meer vertrouwen in de toekomst. We zorgen voor een prikkelarme omgeving en voorspelbaarheid in het dagprogramma dat heel erg aansluit bij hun eigen wensen. Ze krijgen zelf regie om in kleine stapjes uit te bouwen naar meer aanwezigheid in de klas, bijvoorbeeld door een extra vak te volgen. Zo maken we keuzes die recht doen aan de talenten en mogelijkheden en specifieke ondersteuningsbehoefte van onze doelgroep. De leerlingen leren ook van elkaars ervaringen, leren autistische valkuilen bespreekbaar te maken. Ook gaan we op zoek naar succesverhalen, om deze jongeren een positieve boost te geven.’
Parttime onderwijsassistent en IT-specialist
Bouwens en Plantinga glimmen van trots als ze over de succesverhalen vertellen van jongeren die toch in etappes vmbo- of havo-certificaten bij elkaar wisten te sprokkelen en zelfs met hulp mbo konden volgen. ‘Wij vinden dat iedereen naar vermogen aan de maatschappij zou moeten kunnen deelnemen. Als dat niet op de reguliere manier kan, onderzoeken we graag hoe dat wel mogelijk is. Door naar iemands kracht en talent te kijken, ontstaan er soms verrassende matches. Zo kregen we hier een meisje binnen dat alleen dagbesteding als uitstroomprofiel had. Uiteindelijk heeft ze via allerlei stages binnen kleuterklassen een baan als parttime onderwijsassistent binnen het reguliere onderwijs verkregen.’
Een jongen die zichzelf programmeren had aangeleerd, werd in contact gebracht met ICT-specialisten die hem leerden universelere codes te schrijven. ‘ICT is momenteel erg gewild, maar deze jongen zou nooit in een bedrijf met veel prikkels kunnen aarden. Hij werkt nu als freelancer online voor buitenlandse opdrachtgevers.’
Weghalen van schotten
De twee hopen dat ze met hun proeftuin laten zien dat er een overkoepelend budget nodig is van zorg- en onderwijsgelden. Plantinga wijst daarbij naar Scandinavië. ‘Daar hebben ze een kindvolgend budget, waarin de samenwerking tussen zorg en onderwijs wel gevolgd wordt en zorg onderdeel is van onderwijs.’
‘In Scandinavië hebben ze een kindvolgend budget, waarin de samenwerking tussen zorg en onderwijs wel gevolgd wordt en zorg onderdeel is van onderwijs.’
Bouwens knikt: ‘In Nederland zouden de schotten tussen zorg- en onderwijsbudget moeten verdwijnen. Ik hoop dat het nieuwe kabinet goed daarnaar kijkt, want daar hebben deze leerlingen en velen met hen veel baat bij.’
Meer informatie
Kijk op de Rijksoverheid website.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.