In gesprek met Janneke van Eijk over systemen doorbreken voor hulp aan gezinnen
In de praktijk
Janneke van Eijk is sinds de start in 2019 projectleider bij proeftuin Blijvend Veilig in Amsterdam-Amstelland. In dit gesprek vertelt ze meer over haar ervaringen met een nieuwe manier van werken.
Janneke begint: “Toen ik hoorde wat de opdracht was van Blijvend Veilig, toen nog een pilot, dacht ik meteen: dit wil ik doen. Hier staat mijn naam op. De bestuurders van de deelnemende organisaties hadden op dat moment al een traject met elkaar doorlopen, met het idee om een team te vormen van mensen uit de verschillende organisaties, die buiten de bestaande kaders echt gingen doen wat nodig is.
Toen we daadwerkelijk van start gingen, was mijn rol aan de ene kant zorgen dat veel randvoorwaardelijke zaken waar we tegenaan liepen, geregeld werden. Daarnaast werkte ik aan het verbinden van de proeftuin met vergelijkbare initiatieven, met de opdrachtgevers en met andere partijen waar we mee te maken hebben. Om ervoor te zorgen dat de pilot niet een soort losstaand ding werd, maar dat we het echt als een stap konden zien in een transformatie die we uiteindelijk in de hele regio willen realiseren.”
Het systeem doorbreken
Janneke vervolgt: “Ik heb de sector leren kennen in de jaren dat ik directeur was bij Jeugdformaat, een jeugdhulpaanbieder in Haaglanden. Ik kwam niet uit die sector en keek er met grote verbazing naar: welke gek heeft dit systeem georganiseerd? Dat verzin je toch niet? Dat is natuurlijk ook niet verzonnen, dat is zo gegroeid.
Ik zag in Blijvend Veilig een kans om dat systeem te doorbreken en om echt te gaan doen waar het om moet gaan: hulp bieden aan gezinnen en huishoudens waar er sprake is van onveiligheid. Want we hebben wel een heel stelsel opgetuigd, maar daarin zijn we soms meer bezig met ons ermee bemoeien en er iets van vinden dan met daadwerkelijk helpen.”
Alle professionals dezelfde functie
“Wij zijn nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het Toekomstscenario en ik ben heel blij met wat er ligt. Er wordt in Blijvend Veilig daadwerkelijk gewerkt volgens de visie van het Toekomstscenario. Er zijn juridische belemmeringen, maar in Amsterdam gaan wij al vrij ver, omdat bij ons alle professionals in Blijvend Veilig dezelfde functie uitoefenen."
Het integrale werken is bij ons belegd in één professional, ongeacht waar die professional oorspronkelijk in dienst is.
Belemmeringen
Janneke: “Inmiddels draait de proeftuin al een tijd en zien we wat werkt en wat niet. Het is heel complex om op een wezenlijk andere manier te werken, in een stelsel dat nog niet mee is getransformeerd.
De gezinsmaatschappelijk werkers in Blijvend Veilig doen hun werk echt anders dan in het reguliere stelsel, maar ze lopen tegen veel belemmeringen en beperkingen aan, juist omdat de rest van dat stelsel nog niet zo is ingericht. We kunnen het nog niet helemaal zo doen als we het zouden willen.”
Wachtlijsten
Janneke noemt een paar belemmeringen: “Het is lastig om specialistische hulp beschikbaar te krijgen. We zijn dan een tijd in een gezin aan het werk en als de ouders eindelijk zover zijn dat ze zien dat hun eigen trauma's de oorzaak zijn van de problemen in hun gezin en ze daarvoor in behandeling willen, dan is er een lange wachtlijst bij de GGZ. Dan is de kans groot dat er in die tussenliggende maanden weer van alles gebeurt, waardoor ze er uiteindelijk misschien wel vanaf zien.”
Op zoek naar menskracht
“Daarnaast vergt dit een ander soort professional. Waar we tegenaan lopen, is dat het heel lastig is om medewerkers te vinden voor de Blijvend Veilig-teams en hen te behouden. Mensen die nu bijvoorbeeld bij Veilig Thuis of bij de Raad voor de Kinderbescherming werken, zijn gewend aan vrij korte contacten met een gezin. Zij doen een onderzoek, gaan weer weg en bedenken wat iemand anders in het gezin moet gaan doen.
Bij Blijvend Veilig doe je dat deel ook en voer je het vervolgens ook uit. Dat vraagt om een lange adem. Wij zoeken marathonlopers, geen sprinters. Het is logisch dat dit niet bij iedereen past.
Het vraagt veel van de professionals, omdat de problematiek in de gezinnen of huishoudens – wij richten ons ook op gezinnen zonder kinderen– heftig kan zijn en onder je huid gaat zitten. De samenwerking in een team moet goed zijn om daar zelf vitaal onder te blijven.”
Het helpt dat de professionals in duo’s werken, met een Blijvend Veilig-collega of met een collega uit een lokaal team. Er is altijd een buddy om mee te sparren als het moeilijk wordt. En er is veel tijd voor reflectie binnen het team, er is intervisie. Lastige beslissingen worden altijd door het team gezamenlijk genomen; ze bespreken dilemma’s en een beslissing drukt niet op de schouders van één professional.
Een gezicht voor het gezin
Janneke legt uit hoe het in de proeftuin Blijvend Veilig anders gaat: “Het grote verschil is dat als Blijvend Veilig bij een gezin betrokken is, er geen overdrachten meer plaatsvinden.
In het reguliere stelsel werden gezinnen als een soort postpakketten heen en weer gepingpongd tussen alle partijen. Bij Blijvend Veilig kan dat niet; als moeilijk wordt, kunnen we het gezin niet aan een andere organisatie doorgeven. Want die andere organisatie, dat zijn we zelf. Ongeacht of we uiteindelijk een maatregel aanvragen bij de rechter of niet en ook bij het uitvoeren daarvan. Al die overdrachten en steeds die nieuwe gezichten in het gezin die weer in kaart gaan brengen wat er aan de hand is, dat doen wij nu in één keer.”
Geen symptoombestrijding
“In Blijvend Veilig gaat het altijd om gezinnen of huishoudens waar sprake is van structureel en ernstig geweld. Dat kan geweld tussen de volwassenen zijn, tussen de volwassenen en kinderen. Waar patronen van geweld en onveiligheid zijn, zetten we ons bij Blijvend Veilig in om verder te komen dan de symptoombestrijding. We kijken naar de patronen die dat geweld veroorzaken en in stand houden, om die in beeld te krijgen en van daaruit te gaan bedenken hoe we dat kunnen veranderen. Samen met de mensen in het huishouden, systeemgericht.”
Successen
In Blijvend Veilig worden mooie resultaten geboekt, vertelt Janneke: “We zien dat we veel minder in het gedwongen kader komen dan gebruikelijk is. De problematiek in de gezinnen is behoorlijk stevig, maar toch komen we bij slechts om en nabij 10% van die gezinnen uit bij een ondertoezichtstelling of een ontzetting uit ouderlijk gezag. Dat is echt weinig.
We zien ook in situaties waarin bijvoorbeeld een lokaal team gesignaleerd dat er echt een maatregel voor de kinderen moet komen, dat het niet meer gaat. Als wij dan met dat gezin aan het werk gaan, blijkt dat er nog heel veel kan en dat we helemaal niet bij het gedwongen kader uitkomen.”
Meer tijd, meer rust
Deze andere manier van werken betekent nogal wat voor de professionals. Janneke: “Je zou dit natuurlijk aan henzelf moeten vragen, maar wat ik hoor is dat de professionals het prettig vinden dat ze geen vaste caseload meer hebben bij Blijvend Veilig en dat ze maatwerk kunnen bieden. Ze kunnen zo intensief als nodig is betrokken zijn. Daardoor hebben ze meer tijd om een grondige analyse te maken, met een complete tijdlijn van wat er allemaal al gebeurd is in het gezin de afgelopen jaren.
Voorheen moesten ze direct in de actiestand, allerlei beslissingen nemen en die uitvoeren. Ze ervaren het als prettig om de tijd te nemen om samen met gezinsleden de situatie te analyseren en van daaruit te gaan bedenken wat er nodig is en hoe dat kan uitgevoerd kan worden. Dat is een hele andere manier van werken. Als daar grote of kleine successen worden geboekt, geeft dat veel voldoening.”
Ambitie voor de hele regio
Blijvend Veilig bestaat op dit moment uit twee teams. Janneke: “We werken nog maar in een klein stukje van de regio. Het is wel onze ambitie om dit uiteindelijk dé manier van werken te maken in de hele regio. In het hele land, wat mij betreft! Maar we zijn nog bezig om de werkwijze te ontwikkelen. We hebben een aantal uitwerkingsvraagstukken gedefinieerd, waar we nu in de proeftuin nog meer ervaring op moeten doen en heel goed monitoren wat het beste werkt. Dat moet uiteindelijk uitmonden in een werkwijze waarvan je kan zeggen: zo moet die eruit gaan zien. Daar hebben we volume voor nodig, want dat ontwikkelen doen we vanuit de praktijk van het werken met de gezinnen en huishoudens.
Anderzijds kunnen we dit niet in één keer in een groot gebied opstarten, juist omdat we nog aan het ontwikkelen zijn. Het is heel complex om al die verschillende visies, ervaringen en expertises bij elkaar te brengen en te bedenken wat we daarvan leren.”
Focusvraagstukken
De proeftuin heeft verschillende focusvraagstukken gedefinieerd, bijvoorbeeld over de strafketen: “We werken samen met de reclassering en experimenteren met het uitvoeren van jeugdreclassering. Daarin leven vragen als: hoe zou dat een plek moeten krijgen? Ook vraagstukken over hoe gaan we toetsen, wat is de rol van de Raad voor de Kinderbescherming? Moet dat per se zoals het nu gebeurt of kan dat ook op hele andere manieren? En hoe kun je aan rechtsbescherming van de gezinnen werken? Dat zijn hele grote vraagstukken, dus we zijn ook echt nog wel even bezig met dat ontwikkelen, ook op landelijk niveau.”
Gemeentelijke steun
Janneke: “Wij krijgen enorm veel support vanuit de gemeente. Sinds vorig jaar hebben we hier in Amsterdam-Amstelland een opdrachtgeversoverleg, waarin de stuurgroep met de gemeenten in de regio de voortgang bespreekt. We hebben gemerkt dat dit enorm geholpen heeft in het eigenaarschap van die gemeenten. Zij willen dit echt! Dat hebben we nodig, omdat er heel veel lastige vraagstukken en dilemma's zijn, ook voor de bestuurders van de organisaties die meedoen.
We hebben die druk vanuit de opdrachtgevers van het Toekomstscenario ook nodig. Het is niet dat zij het niet willen, maar het is gewoon heel complex. Dus er moet een hele duidelijke, stevige opdracht zijn vanuit het rijk; dat hebben we echt nodig.”
Brede samenwerking
“Ik ben heel blij dat de mensen in de gemeente echt believers zijn geworden. In het begin waren we onszelf nog een beetje aan het verkopen. Er waren wel bevlogen ambtenaren die het Toekomstscenario gelijk omarmden, maar we zien nu op alle niveaus dat de gemeenten, ook de gemeenten waar nog geen Blijvend Veilig team is, zeggen: wij willen dit, wanneer komen jullie bij ons? Ik ben er ook trots op dat we er steeds beter in slagen om de bredere samenwerking met de politie, de volwassenen-GGZ en reclassering aan te gaan. We hebben allemaal met dezelfde gezinnen en huishoudens te maken en allemaal zien we dat we als individuele organisaties er niet in slagen om tot effectieve hulp te komen aan deze gezinnen. Daarvoor moeten we echt samenwerken.”
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.